De bestaande bouw voldoet niet aan de hedendaagse woonkwaliteiten, zowel op het gebied van comfort, alsmede qua duurzaamheid. Het doel van de verbouwing is het verbeteren van de woning in technisch en duurzaam opzicht. Bovendien wil de opdrachtgever de woning graag beter aan laten sluiten op het unieke landschap, dat de status heeft van Bijzonder Provinciaal Landschap. Deze status geeft het belang aan van het open en groen houden van dit agrarisch veenweidelandschap tussen de steden. Een gebied met een grote cultuurhistorische waarde.
Het ontwerp: sterke relatie met het landschap
In het nieuwe ontwerp is de betonnen souterrainbak behouden. De bovenbouw (begane grond) wordt tot op de begane grondvloer verwijderd zodat de bovenbouw opnieuw kan worden opgebouwd. Doordat de kozijnen en het dak vervangen dienen worden, biedt deze aanpak de mogelijkheid om de gebouwschil te verbeteren en nieuwe duurzame installaties te implementeren.
De hoofdvorm blijft nagenoeg gelijk; één doorsnede over de gehele lengte met een licht hellend zadeldak. Het betreft één/anderhalve bouwlaag met een eenvoudig herkenbaar volume. De kap loopt qua materialisatie door in de gevel, zodat deze sterker tot uitdrukking komt. Om het archetype te versterken is de goot verholen ingepast. Het blootliggende souterrain, welke als plint gezien kan worden, wordt voorzien van grijs sierpleister. De hoofdbouw bovenop de plint is in de gevel en dak voorzien van vergrijsd Padouk houten bekleding. Beide delen worden door een rondom doorlopend waterslag profiel subtiel van elkaar gescheiden. Naast dat het gebouw richting het noorden met ca. 7 meter verlengd is, zorgt deze geleding tussen boven- en onderbouw ervoor dat de horizontale verhouding benadrukt wordt en het gebouw daardoor langer oogt. Doordat het gebouw langer en qua verhoudingen platter oogt, voelt deze beter geïntegreerd te zijn in het landschap.
De gevelopeningen op het oosten zijn verticaal geleed met uitzondering van twee zitvensters, welke de bewoners spectaculaire vergezichten biedt. Evenzo zijn de houten gevel- en dakdelen verticaal geleed. In de westgevel is in de massa één grote opening gemaakt waarin een volledig glazen invulling is, waardoor de bewoners de relatie tussen binnen en buiten optimaal ervaren.
Open ruimte met één volume
De begane grond is ontworpen als een grote open vrije ruimte. Deze ruimte is georganiseerd door één volume met voorzieningen, een inpandige buitenruimte en twee haarden. Samen met een hoogteverschil in de vloer ervoor zorgen deze elementen er voor dat er verschillende plekken ontstaan in de woning, met ieder hun eigen karakter. Zo zijn er de grote woonruimte met schuifpui aan het ene uiteinde van de woning, de kleinere, intieme ruimte met grote venster aan het andere uiteinde en de keuken en eetruimte met het inpandige terras. Ook het dak van het volume in de ruimte is toegankelijk, waar dicht onder de kap een intieme ruimte ontstaat.
De oorspronkelijk trap aan de buitenzijde is vervangen door een entree op het lage maaiveld niveau en een trap binnen. Deze trap komt aan op de begane grond in het vrijstaande volume, die fungeert als tochtsluis. Hiernaast zijn ook de keuken, toilet, berging, kastruimte en een zitnis opgenomen in het volume.
Zorgvuldige detaillering
Veel aandacht is besteed aan de minimale en zorgvuldige detaillering. De ‘less is more’ benadering geldt hier in grote mate. Zuiverheid, minimalisme en zorgvuldige doch functionele detaillering vormen de uitgangspunten. Het minimale karakter van de bebouwing zorgt er bovendien voor dat de aandacht voor het gedetailleerde landschap beter tot zijn recht komt.
Meer over JURY!
